JRPSC

Ons bezoek aan Jordanië begint met een gesprek met Walid Abed Rabbo die als coordinator verbonden is aan het Jordanian Response Platform for the Syria Crisis (JRPSC). Zij subsidieren projecten die gericht zijn op hulp aan Syrische vluchtelingen in Jordanië. Lees hier het interview.

Zaatari

Van de Syrische vluchtelingen in Jordanië wordt 20% opgevangen in vluchtelingenkampen. De overige 80% woont in dorpen en steden door het hele land. De kampen bevinden zich voornamelijk in het noorden van het land, dicht bij de grens met Syrië.

Het grootste vluchtelingenkamp in Jordanië, zelfs in de hele regio, is Zaatari op 7 kilometer van de grens. Eerder verbleven hier 150.000 Syrische vluchtelingen, op dit moment zijn het er tussen de 80.000 en 90.000. Zaatari bestaat uit 12 districten en ligt vlakbij de plaats Mafraq. Ook daar wonen bijna 80.000 vluchtelingen (naast de oorspronkelijke bevolking van 80.000). Dit betekent dat op een gebied van een paar vierkante kilometer in totaal meer dan 160.000 Syrische vluchtelingen leven naast 80.000 Jordaniërs. Voor iedere Jordaniër twee Syriërs.

Zaatari is inmiddels uitgegroeid tot voorbeeldkamp na een controversiële start. Er waren perioden dat er zich dagelijks 3000 mensen meldden. Daarnaast had het een slechte reputatie omdat rebellengroepen zouden infiltreren in het kamp. Er waren aantijgingen dat de rebellengroepen het kamp gebruikten als een pauze tussen de gevechten. De Jordaanse regering heeft toen ingegrepen door het kamp te reorganiseren.

Als wij er zijn, is de zomer nog niet begonnen, maar is het in dit woestijnlandschap al wel 37 graden op het midden van de dag. Over een maand zal het alleen maar warmer zijn en in de winter wordt het er heel koud, vooral ’s nachts. Voor we het kamp bezoeken spreken we eerst met Hovig Etyemezian, Stephen Allen (UNICEF) en Yara Ma’asri (WFP).

UNHCR

In het kamp zijn 47 hulporganisaties werkzaam. We worden ontvangen door de manager van het kamp, Hovig Etyemezian van UNHCR. De officiële leiding is in handen van de Jordaanse overheid en de dagelijkse leiding in handen van UNHCR. Etyemezian roemt de samenwerking met de Jordaanse overheid. Juist door de goodwill en nauwe samenwerking zijn ze in staat veel betere service aan de bewoners te bieden.

Zaatari wordt inmiddels door delegaties van over de hele wereld bezocht omdat zij door middel van technologische en organisatorische vernieuwingen een vluchtelingenkamp zijn, gebouwd op de toekomst. Waar in het verleden vluchtelingenkampen toch vaak gebouwd werd met de gedachte ‘het is maar voor even’, is Zaatari hét voorbeeld van een kamp dat gebouwd is voor langere tijd. Eén van de technologische vernieuwingen is het gebruik van irisscan als registratiemiddel, maar ook om geld te pinnen.

Ondanks de vele aandacht voor Zaatari heeft UNHCR ook hier te maken met tekorten. Etyemezian vertelt dat ze niet aan alle noden van de vluchtelingen tegemoet kunnen komen. Een waardig bestaan gaat verder dan de basis. Onderwijs voor je kinderen, werk voor jezelf. De meerderheid van de vluchtelingen voldoet niet aan deze benchmark. De Jordaanse regering beweegt inmiddels op het geven van werkvergunningen, daar gaat het de goede kant op. Het advies van Etyemezian: ‘Focus, en investeer in onderwijs.’

UNICEF

In Zaatari zorgt UNICEF voor watersanitatie, bescherming van kinderen, kind- en moedergezondheid en onderwijs, vertelt veldcoördinator Stephen Allen.

Sinds een jaar maakt UNICEF geen gebruik meer van watertrucks die het water van elders kwamen brengen. Er was niet alleen een voorraadprobleem, maar ook een politiek probleem. Veel Jordaniërs in de omgeving waren bang dat het water voor Zaatari ten koste zou gaan van hun eigen voorraad. Meer vraag, betekende hogere prijs en de handelaren wisten dat UNICEF toch wel zou betalen. Daarmee werd het onbetaalbaar voor de lokale bevolking.

Nu heeft UNICEF de bronnen onder de grond in het kamp aangeboord en zijn ze zelfvoorzienend. Daarmee is er genoeg water voor iedereen, vluchtelingen en Jordaniërs, én is er meteen bezuinigd doordat ze geen duur water meer afnemen van de handelaren. UNICEF controleert de waterkwantiteit en –kwaliteit en ze doen nu hetzelfde voor de riolering: het hele kamp krijgt zijn eigen afvoersysteem.

De Syrische kinderen buiten de kampen gaan naar lokale Jordaanse scholen. Deze scholen zijn heem ruimhartig geweest in het opnemen van kinderen, maar zitten nu ook vol. 90.000 kinderen zitten daarom momenteel niet op school. De Jordaanse minister van onderwijs heeft toegezegd dat er plaats komt voor nog eens 50.000 kinderen, met als uiteindelijke doel plek voor alle kinderen. Kinderen die drie jaar geen onderwijs hebben gevolgd, mogen niet meer naar school. UNICEF zorgt daarom voor hen voor een catch up-programma.

Veel vluchtelingen vragen waarom ze naar school zouden moeten als er geen mogelijkheden voor vervolgonderwijs na het middelbaar zijn. We liggen achter wat betreft hoger onderwijs. Het is van belang dat er wordt geïnvesteerd in het hoger onderwijs in Jordanië.

Allen is het meest optimistisch over de jongsten. Vanaf 12 jaar ziet hij veel dropouts. Dat heeft te maken met motivatie (het Jordaanse eindexamen is erg moeilijk voor de Syrische kinderen), sommigen moeten werken, anderen willen werken en vanaf 14 jaar zien we dat de meisjes worden uitgehuwelijkt. Het laatste is vaak een economisch besluit: daarmee is er meer geld voor de overgebleven kinderen, voor haar wordt door haar man gezorgd.

World Food Programma (WFP)

Yara Ma’asri vertelt over de rol van het WFP in Zaatari. Zij zorgen voor brooddistributie, het eten op de scholen, en iedere maand krijgen de bewoners 20 dinar op een speciale pinpas die ze kunnen besteden in de supermarkten in het kamp. Later die middag zien wij in de supermarkt hoe de bewoners boodschappen doen met de pas. Binnenkort typen ze niet langer hun pincode in, maar gebeurt ook het pinnen door middel van een irisscan.

Een tijd geleden had het WFP onvoldoende fondsen en konden ze zes weken lang geen maandelijks bedrag aan de bewoners geven. Meteen was er een toename in het aantal terugkeerders. Wat we daarvan hebben geleerd, zegt Ma’asri, is dat vluchtelingen nog maar heel weinig veerkracht hebben. Ze hebben al hun eigendommen en activa opgemaakt. Welke schok dan ook duwt ze over de rand. Deze schok heeft ons geleerd dat we het niet zonder humanitaire hulp kunnen.

Veiligheid

Allen: ‘De meeste bewoners lijden onder veiligheidskwestie, ze zijn zelf geen veiligheidskwestie. Zij zijn allereerst oorlogsslachtoffers, slachtoffers van veiligheidskwesties.’

De meeste mensen komen uit het zuiden van Syrië. Zij zijn allemaal soennieten. Er zijn veel moskeeën in het kamp. De Jordaanse autoriteiten zijn daarvoor verantwoordelijk, maken afspraken met de imams. In het begin waren er wel problemen op het gebied van veiligheid en politiek, maar dat is niet langer het geval.

Er staat geen hek om het kamp, wel is er een grens gemaakt door middel van een zandheuvel. Mensen kunnen in en uit lopen. Er is wel een registratiesysteem in het kamp. Het aantal verlofvergunningen is toegenomen. 3 a 4.000 bewoners verlaten iedere ochtend het kamp om te gaan werken.

Friedrich Ebert Stiftung

Aan het eind van de eerste dag in Amman spraken we kort met de directeur van de Friedrich Ebert Stiftung over de politieke situatie in de regio. Lees hier meer

 

Deelnemers aan deze missie: Werry Crone (fotograaf), René Cuperus (WBS), Mark Elchardus (WBS Vluchtelingendenktank), Kati Piri (PvdA Europees Parlement), Monika Sie Dhian Ho (WBS Vluchtelingendenktank) en Annelies Pilon (secretaris van de denktank).